VLISSINGEN - Volgens het Openbaar Ministerie Zeeland-West-Brabant (OM) was de man voortdurend bezig met het voorbereiden, plannen en organiseren van grote cocaïnetransporten. Hij speelde een cruciale rol in de haven van Vlissingen. Ruim twee jaar na zijn aanhouding staat deze maand de 47-jarige verdachte uit Zevenbergschen Hoek voor de rechter. Het OM ging vandaag uitvoerig in op de zaak, die draait om een veelheid aan bewijsbare delicten en een undercovertraject met tragische afloop: ‘Alleen een jarenlange celstraf is in deze zaak op zijn plaats.’


Op 14 september 2020 werd de verdachte aangehouden op verdenking van de invoer van cocaïne en witwassen. De arrestatie volgde na een intensief onderzoek, waarbij de politie onder meer de beschikking had over gekraakte chatberichten. De verdachte voerde gesprekken met bijvoorbeeld de gebruikers van de chatnamen ‘Gehaktbal’ en ‘Ouwe Belg’, waarbij onmiskenbaar gesproken werd over de invoer van cocaïne uit Zuid-Amerika.

Vier transporten

Het maakt dat het OM de man verdenkt van zeker vier van zulke transporten. Het gaat om aanzienlijke hoeveelheden van 60 tot 812 kilo cocaïne die, veelal met bananen als deklading, de haven van Vlissingen werden binnengesmokkeld. Bovenop het organiseren van de transporten verdenkt het OM de Brabander van het witwassen van grote sommen geld en een boot.

Het zijn zaken met een keur aan bewijs, dat werd vergaard uit onder meer de gekraakte chatberichten. Na een uitgebreid financieel onderzoek komt het OM tot de conclusie dat de man enorm veel geld heeft verdiend met zijn handel. Op een latere zitting gaat het OM in op dit specifieke aspect van de zaak. Duidelijk is dat het OM zal vorderen dat de man een groot bedrag aan illegale inkomsten moet terugbetalen.

Bewijs

In het onderzoek kreeg de politie de beschikking over een groot aantal belastende chatberichten. Maar er was meer. In een onderzoek van de politie Oost-Nederland bleek dat andere verdachten in afgeluisterde gesprekken spraken over de man die vandaag voor de rechter stond. Ook dat maakt deel uit van de bewijslast tegen de verdachte, die daarnaast werd afgeluisterd in zijn auto. Een deel van die gesprekken leveren naar de mening van het OM ook een bijdrage aan het bewijs.

Vlissingen

Volgens het OM kende de verdachte de haven in Vlissingen op zijn duimpje. Als ‘makelaar’ speelde hij een cruciale rol in de haven van Vlissingen. Hij was degene die de doorvoer van cocaïne kon regelen door de contacten die hij had met medewerkers in de haven. ‘Op die manier betrok hij personen uit de bovenwereld bij cocaïnehandel en dat valt hem in strafverzwarende zin aan te rekenen, zo motiveerde de officier van justitie vandaag op zitting.

Undercovertraject

In de zaak tegen de man uit Vlissingen werd een undercoveragent ingezet. In april 2021 maakte deze politieman een einde aan zijn leven. Zijn dood is een diep tragische gebeurtenis, zeker voor zijn familie en collega’s. In de uitvoering van het undercovertraject zijn er zaken misgegaan, zo concludeerde ook de commissie Brouwer, die de dood van de agent onderzocht. De agent kreeg onder meer een intieme relatie met de partner van de verdachte. Daarnaast bouwde hij een emotionele band op met zijn minderjarige zoon.

Consequenties

Het OM gaat tijdens de zitting uitgebreid in op de juridische betekenis van deze onvolkomenheden in de uitvoering van het traject. Hoewel de zaak tegen de verdachte steunt op andere bewijsmiddelen dan de resultaten uit het undercovertraject, verbindt het OM consequenties aan het feit dat er zaken zijn misgelopen. Naar het oordeel van het OM is de gemaakte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte dermate dat dit enige strafvermindering rechtvaardigt.

Lange gevangenisstraf

Toch is de strafeis tegen de verdachte aanzienlijk: ‘Deze zaak draait om zeer ernstige strafbare feiten en om een verdachte gedurende langere tijd volop bezig was met het organiseren van cocaïnetransporten. Wat ons betreft is daarom alleen een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats’. Het OM eist een gevangenisstraf van 11,5 jaar tegen de verdachte én de verbeurdverklaring van een boot en een contant geldbedrag van 182.000 euro.