VLISSINGEN - Een 47-jarige man is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot 9 jaar celstraf voor zijn betrokkenheid bij georganiseerde drugshandel. Hij had volgens de rechtbank een essentiële rol bij de invoer van grote partijen cocaïne vanuit Zuid-Amerika via de haven van Vlissingen. Daarnaast maakte hij zich schuldig aan het witwassen van grote geldbedragen.
Cocaïne
De verdachte was verantwoordelijk voor de logistiek rond de invoer van meer dan 1.400 kilo cocaïne, verdeeld over 3 transporten, in de haven van Vlissingen. Zijn rol was ervoor te zorgen dat de cocaïne te traceren was, nadat de schepen waren gelost, en uiteindelijk vanuit de haven op de juiste plek terechtkwam. Dit deed hij, in ieder geval voor één partij, in samenwerking met een havenmedewerker. Ook maakte hij zich samen met anderen schuldig van de voorbereidingshandelingen voor deze en andere transporten. Tot slot heeft hij bijna 750 duizend euro witgewassen.
Opsporingsmethodes
De politie kwam de man op het spoor toen zijn (schuil)naam naar voren kwam in een onderzoek naar drugstransporten. Omdat het vermoeden bestond dat hij een belangrijke rol had bij het binnenbrengen van harddrugs in de haven van Vlissingen werden meerdere bijzondere opsporingsmethodes ingezet om zicht te krijgen op zijn criminele activiteiten. Zo werd hij geobserveerd en afgeluisterd. Uit onder meer Encrochat- en SkyECC-berichten bleek dat de verdachte contacten onderhield over de invoer van cocaïne.
WOD-traject
Naast eerder genoemde opsporingsmethodes werd er in december 2019 ook gestart met een WOD-traject (Werken Onder Dekmantel). Een undercoveragent is naast de man gaan wonen en infiltreerde in zijn leven en dat van zijn gezin. Toen de verdachte in september 2020 door de politie werd aangehouden, ging het WOD-traject verder. Er ontstond een relatie tussen de partner van de verdachte en de undercoveragent. In april 2021 maakte de undercoveragent een einde aan zijn leven. Vanwege fouten die zijn gemaakt in dit traject, heeft het Openbaar Ministerie besloten de resultaten van het WOD-traject niet als bewijs te gebruiken.
Na het overlijden van de undercoveragent is er door de politie een onderzoekscommissie ingesteld: de commissie Brouwer. Uit het strafdossier en het onderzoeksrapport van deze commissie is onder andere gebleken dat de sturing vanuit de teamleiding in dit traject onvoldoende was. De rechtbank vindt het van essentieel belang dat juist bij de inzet van een WOD-traject zo zorgvuldig mogelijk wordt gewerkt. Deze zorgvuldigheid ontbrak, waardoor het kon gebeuren dat er een intieme relatie met de partner van de verdachte ontstond. Hiermee zijn normen van fatsoen overschreden. Dat had volgens de rechtbank voorkomen moeten worden.
Straf
De invoer van cocaïne en de georganiseerde en grootschalige handel hierin hebben een bijzonder ontwrichtende invloed op de samenleving. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Bij de hoogte van de straf houdt de rechtbank rekening met de cruciale rol van verdachte en zijn strafblad. Ook houdt de rechtbank rekening met de onherstelbare vormverzuimen (onrechtmatigheden) in het WOD-traject. Om die reden heeft de rechtbank 1 jaar gevangenisstraf in mindering gebracht. Daarom is er een celstraf van 9 in plaats van 10 jaar opgelegd.