De bejaarde man was een bekende van de vader van de vrouwelijke verdachte. Toen deze vader overleed, kwam het echtpaar met de bejaarde man in contact. In het begin deden zij zo nu en dan boodschappen en klusjes voor hem. In de loop van de tijd namen deze activiteiten toe. Het echtpaar beschouwde zichzelf als zijn mantelzorgers. De mannelijke verdachte is ook de administratie van de bejaarde man gaan beheren. Daardoor kregen de verdachten volledig inzicht in, en de totale controle over de financiën van de man.
Grote geldbedragen en valse handtekeningen
In de periode van maart 2013 tot en met oktober 2015 hebben de verdachten grote geldbedragen opgenomen van de bankrekeningen van de bejaarde man. Wekelijks namen zij 1000 euro contant geld op, om deze aan de bejaarde man te geven. Bij de man zijn echter geen contant geld of nieuw gekochte goederen aangetroffen. Tegelijk wijzen de uitgaven van de verdachten en hun vermogensgroei erop dat zij contante inkomsten hadden. Onduidelijk is waar die vandaan kwamen. Het hof leidt hieruit af dat de verdachten de contante geldbedragen van de bejaarde man hebben gestolen. Ook maakte de vrouw de handtekening van de bejaarde man na bij bankoverschrijvingen van zijn rekening voor haar Marktplaatsaankopen.
Oordeel van het hof
Het slachtoffer was door zijn leeftijd en gezondheidsklachten, vooral dementie, steeds meer afhankelijk van de verdachten. Het hof vindt dat de verdachten hun positie als mantelzorger ernstig hebben misbruikt voor hun eigen financiële gewin. Zulke feiten hebben gevolgen voor het slachtoffer, maar ook andere kwetsbare ouderen voelen zich hierdoor bang en onveilig. Het hof verwijt de verdachten dat zij geen verantwoordelijkheid hebben genomen en niet inzien hoe fout zij handelden.
Het hof legt een lagere straf op dan de rechtbank, omdat niet bewezen is dat de verdachten als mantelzorgers opzettelijk de gezondheid van het slachtoffer hebben benadeeld. Het hof vindt voor beide verdachten een gevangenisstraf van 9 maanden passend. Maar bij de rechtbank en in hoger beroep is de redelijke termijn voor afdoening van de strafzaak fors overschreden. Daarom verkort het hof de straf met 3 maanden, Beide verdachten krijgen dus een celstraf van 6 maanden.
Ontnemingszaak
Er loopt ook nog een ontnemingszaak in hoger beroep, naast deze strafzaak. Die zaak wordt later afzonderlijk behandeld.