Op 19 september 2019 werd het latere slachtoffer gebeld door een collega om naar de woning van de man te gaan omdat het psychisch niet goed met de man leek te gaan. De man – een cliënt van de GGZ-instelling – wilde de deur niet opendoen, waarna het latere slachtoffer en zijn collega via de achterdeur de woning binnen zijn gegaan.
Het latere slachtoffer en zijn collega constateerden dat de man moest worden opgenomen. Terwijl de collega telefonisch een opname regelde, liep de man naar zijn slaapkamer. Het slachtoffer is hem toen gevolgd. Daar pakte de man opeens mes uit zijn kast. Het slachtoffer probeerde te vluchten maar werd door de man in zijn kraag gegrepen waarna het slachtoffer meerdere keren met het mes in zijn buik en borststreek werd gestoken.
Uiteindelijk kon het slachtoffer ontkomen, zijn collega had wel tijdig naar buiten kunnen komen en wachtte hem op. Het slachtoffer werd in het ziekenhuis direct geopereerd aan zijn verwondingen.
Ontoerekeningsvatbaar
Net als de rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het hof de man ontoerekeningsvatbaar. Uit rapportages van deskundigen blijkt dat de man lijdt aan schizofrenie. Ongeveer een maand voorafgaand aan de steekpartij begon de man zijn medicatie te weigeren. Dat is aanleiding geweest voor de psychose waarin de man verkeerde toen de hulpverleners hem bezochten.
De deskundigen adviseren om de man ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Het hof volgt dat advies en kan de man daarom geen gevangenisstraf opleggen.
Tbs met dwangverpleging
De verdediging heeft het hof verzocht geen tbs op te leggen maar in plaats daarvan een zorgmachtiging te verlenen. Dat verzoek wijst het hof af. Een behandeling in het kader van een zorgmachtiging is niet voldoende omdat het geen langdurige klinische behandeling van de man kan waarborgen en het biedt de samenleving te weinig bescherming tegen de man.
De man moet daarnaast nog een schadevergoeding van ruim 10.000 euro aan het slachtoffer betalen.