Natuurelementen op landbouwgrond
Twintig boeren gebruiken de subsidie om op hun landbouwgrond maatregelen te treffen om de natuur te verbeteren. Het gaat dan onder andere om het aanleggen van akkerranden, bloemblokken, vogelakkers en het beheren van botanisch grasland. Op Walcheren wordt er daardoor bijna 26 hectare aan natuurelementen op landbouwgrond gerealiseerd. Op Schouwen is dat zelfs nog iets meer, daar gaat het om ruim 30 hectare. De natuur wordt daarmee in beide gebieden versterkt; vooral boerenlandvogels en insecten krijgen er meer leefgebied bij.
Door de landbouwpercelen met een speciaal voorgeschreven mengsel van granen en kruiden in te zaaien kunnen akkervogels zoals gele kwikstaart en veldleeuwerik zich voeden. Verder blijft het gewas opener en er zijn meer insecten te vinden voor de vogels. Bloemblokken bieden het hele jaar door eten. In de winter bijvoorbeeld voor overwinterende akkervogels zoals de kneu en de groenling. Tegelijkertijd is zo’n bloemblok ook aantrekkelijk voor muizen, die op hun beurt dan weer een belangrijke prooi zijn voor muizenetende vogels zoals de torenvalk en uilen.
'Voedselzekerheid gewaarborgd'
Gedeputeerde Wilfried Nielen is blij met de inzet van de deelnemende boeren. “Ons doel, en ook dat van de boeren, is het behouden van voedselzekerheid. Tegelijkertijd zijn we verplicht om de natuur waar mogelijk te verbeteren. Ik ben ontzettend blij met de boeren die in dit project stappen want het draagt bij aan een hoge biodiversiteit en de voedselzekerheid blijft gewaarborgd. Als die twee zaken in balans zijn, versterken ze elkaar.”
Begeleiding en toetsing
Het project gaat zes jaar duren en loopt van 2025 tot en met 2030. Binnen die periode moeten de boeren jaarlijks maatregelen treffen om de natuur te realiseren op hun landbouwgrond. Deelnemende boeren krijgen begeleiding van het agrarisch collectief bij het uitvoeren van het beheer. Ook zorgt Poldernatuur Zeeland dat jaarlijks wordt geteld hoeveel boerenlandvogels op de percelen met agrarische natuur afkomen.